vrijdag 29 januari 2021

Een steppekiekendief in coronatijd (I)

 

Het is 6 april 2020, even na tien uur ’s morgens. Ik zit in mijn werkkamer te staren naar de monitor van mijn computer, links en rechts van me liggen een opengeslagen bijbel, briefjes met aantekeningen en een to-do list.  In de vensterbank voor het grijpen een oude verrekijker van de kringloop, zo’n klassieke porro zeven maal vijftig die in ons gezin bekend staat als ‘de retrokijker’. Voor zeven en een halve euro een prima beeld, hij staat er voor het geval dat.

Ik neem nog een keer de overdenking en liturgie door, en zucht. Over drie kwartier begint wéér een rouwdienst, voor mij de vierde in amper twee weken. Het coronavirus heeft dit voorjaar hard toegeslagen in Hasselt. Ineens waren er overal zieken, en meer dan één werd het virus fataal. We werden volledig door de gebeurtenissen  overrompeld. Hasselt haalde het nieuws en veranderde een tijd lang in een spookstad. Het was uitgestorven op straat, mensen bleven angstvallig binnen. Er hoefde geen druk te worden uitgeoefend om afstand tot elkaar te houden. Toen dagelijks de klokken luidden begreep iedereen in onze Hanzestad hoe besmettelijk en gevaarlijk het virus was dat in korte tijd de wereld veroverde. We zagen de keerzijde van globalisering, de verspreiding van de ziekte deed denken aan domino-day: het ene steentje tikte het andere aan in een niet te stuiten tempo. De schrik zat er goed in.

Op 11 maart  - biddag voor gewas en arbeid - waren er nog kerkdiensten geweest, ook in de Ontmoetingskerk waar ik mijn werk mag doen. Er werd uit volle borst gezongen. De ouderling van dienst mocht mij weliswaar geen hand geven, maar dat was de enige maatregel waar we op dat moment mee te maken hadden. We deden er nog wat lacherig over. Zo’n vaart zou het allemaal niet lopen, dachten we. In Brabant, daar moesten ze oppassen. Onder de carnavalsvierders bevonden zich pechvogels die het virus hadden opgelopen tijdens hun wintersportvakantie. Maar dat was allemaal ver van ons bed. In ons rustige stadje zou het overwaaien als een dreigende lucht waar geen regen uit valt.

Wie had die avond kunnen bedenken dat dit voorlopig de laatste normale kerkdienst zou zijn? Eén dag later werd van hogerhand dringend geadviseerd om niet meer met grote groepen mensen samen te komen. Het virus begon namelijk een eigen leven te leiden in Nederland en virologen maakten zich grote zorgen. De overheid zag de ernst van de situatie in en nam ingrijpende maatregelen. Voor de kerken betekende het dat samenkomsten voorlopig niet meer mogelijk waren. Een ongekende situatie die niemand had zien aankomen en diepe indruk maakte.

Hoewel op dat moment nog lang niet overal in Nederland besmettingen waren, bleken we het virus in Hasselt wel degelijk onder de leden te hebben. Het ging sneller rond dan een spannende roddel. Het ene na het andere gezin moest in quarantaine. Onder de ernstig zieken waren ook veertigers en vijftigers, mensen in de kracht van hun leven die me achteraf vertelden dat ze op het dieptepunt van hun ziekte geen kopje meer konden optillen, zo gesloopt waren ze door COVID 19.

Vooral ouderen bezweken aan de ziekte. In korte tijd overleden veel mensen. De anderhalve meter maatregel die ook tijdens een uitvaart in acht moest worden genomen zorgde voor intens verdrietige situaties.

 Zo zit ik daar op die bewuste morgen even na tienen en overdenk de keiharde werkelijkheid. Ik hoop maar dat ik de familie die zo langzaamaan bij de kerk zal arriveren straks iets mee kan geven.

Plotseling klinkt er opgewonden geroep uit onze achtertuin: ‘Steppenkiekendief! Een steppenkiekendief!’ Twee van onze kinderen staan gewapend met verrekijker en telescoop al de hele morgen naar de lucht te kijken. De wind waait namelijk uit het zuidoosten, in het voorjaar altijd goed voor zichtbare trek van roofvogels.

Ik bedenk me geen moment, ren naar het dakraam dat uitkijkt op het noorden en duw het zover mogelijk open. Ik zie nog net een glimp van de kiekendief verdwijnen over de Ontmoetingskerk. Het is een volwassen mannetje, een slanke sierlijke roofvogel met egaal grijze bovenvleugels en op de handpennen een wigvormige zwarte vlek. Ongelofelijk! Hoewel het aantal waarnemingen van de steppenkiekendief in Nederland toeneemt is het nog steeds een hele zeldzame vogel. Niet veel vogelaars hebben deze soort op hun huislijst staan.

De bruine en blauwe kiekendief zijn bekender, en groter. De grauwe kiekendief die een comeback in Oost Groningen laat zien lijkt nog het meest op de steppenkiekendief.

Als de vogel uit mijn blikveld is verdwenen zie ik links van onze woning een zwarte lijkwagen aan komen rijden die stil blijft staan voor de ingang van de kerk. Twee mannen gekleed in zwarte pakken en  met een mondkapje voor hun gezicht stappen zwijgend uit de auto. Het voelt  niet goed om ze vanuit mijn dakraam te bespieden en ik trek me weer terug. De steppenkiekendief zal nu ergens boven het Staphorsterveld vliegen, als hij noordoost blijft aanhouden.

Ik ga naar beneden waar de jongens nog opgewonden en stijf van de adrenaline staan na te praten; ‘Hij vloog vlak over het huis! Ik dacht eerst dat er een torenvalk aankwam, zo slank was hij, tot ik de vleugeltekening zag!’

We geven elkaar lachend een high five. Ik vind het geweldig om mijn liefde voor vogels met onze kinderen te kunnen delen. Maar veel tijd heb ik niet om na te praten. Ik moet me omkleden, omschakelen, en naar de kerk. Het voelt ongemakkelijk om zo kort na deze opwinding de familie die ik moet bijstaan onder ogen te komen.

 Het was me een opvallende samenloop van omstandigheden, op die morgen van zes april. In de dramatiek van dat moment kwam voor mij veel samen: Het virus dat de hele wereld in de greep had en het voorjaar dat zich nergens iets van aantrok, de natuur die opleefde toen mensen werden stilgezet.

In een volgende blog beschrijf ik op welke manier de steppenkiekendief me aan het denken heeft gezet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dit is een ingesloten Microsoft Office -documentbestand dat mogelijk is gemaakt met Office .